Gedragscodes ouders.

ATTITUDE
  1. Als een kind niet wil deelnemen aan sport, is daar een reden voor. Forceren helpt niet.
  2. Kinderen sporten voor hun plezier, niet voor dat van jou. Jouw kampioen is in de eerste plaats jouw kind, pas daarna atleet.
  3. Moedig je kind aan de regels te volgen (zowel reglement als gedragscode).
  4. Ondersteun alle pogingen om positief gedrag te stimuleren en negatief gedrag te voorkomen.
  5. Elk kind is welkom bij deze sportclub. Ouders kunnen hun eigen kinderen stimuleren om te sporten. Als ouder mag je echter geen handelingen stellen die een afbreuk zijn voor andere jongeren.
  6. Een gesprek werkt, een verwijt niet.
  7. Aan één trainer heeft je kind ruimschoots voldoende. Jouw taak als ouder is belangrijker: ouders oordelen niet. Ze ondersteunen. Jouw kampioen weet trouwens vaak zelf heel goed wat hij/zij moet doen.
TRAINING
  1. Jouw kind moet op tijd op training zijn, help daar ook aan mee.
  2. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders/begeleiders dat kinderen worden gebracht en opgehaald in de dojang op tijd en onder hun toezicht.
  3.  Accepteer de beslissing van de trainer. Ga je niet akkoord: spreek hem of haar er dan onder vier ogen over aan en kies hiervoor een geschikt moment.
  4. Erken de waarde en het belang van (vrijwillige) trainers. Zij geven hun tijd en kennis om het sporten van jouw kind mogelijk te maken.
  5. De trainer is geen helderziende: durf op een gepaste manier te zeggen wat je denkt en voelt. Vertel je trainer bijvoorbeeld wanneer iets werkt voor jou, hij zal er positief op reageren. Maak ook (beleefd) duidelijk wanneer de trainer iets zegt of doet waarbij je je onprettig voelt.
WEDSTRIJD
  1. Kinderen willen niet altijd winnen, ze willen vooral plezier maken. Toon als ouder ook een glimlach als het even niet zo goed gaat. Verander een nederlaag in een overwinning door op andere zaken te wijzen.
  2. Bedenk dat kinderen het best leren door na te doen. Applaudisseer ook voor de goede prestatie van de tegenstander.
  3. Leer je kind dat eerlijkheid en inzet belangrijker zijn dan winnen.
  4. Val een scheidsrechter nooit in het openbaar aan en trek de integriteit van de scheidsrechters niet in twijfel.
  5. Check wat je kind leuk vindt aan je reacties na de wedstrijd.
  6. Moedig tijdens de wedstrijd aan en breek niet af. Laat het coachen over aan de trainer/coach.
MATERIAAL
  1. Spreek jouw kind aan als het onrespectvol omgaat met het materiaal, met teamgenoten of anderen.
GEZONDHEID
  1. Zorg dat je kind voldoende rust en een goede voeding krijgt, dat zijn de basisvoorwaarden om te groeien, zowel fysiek, psychisch als in prestaties. Probeer zelf een voorbeeld te zijn.
  2. Laat je kind ontwikkelen volgens de sportieve fasen die eigen zijn aan de leeftijd. Praat hier eventueel over met de trainer, hij is de expert.

TIJDENS DE LESSEN MAG ER GEEN TACTISCHE OF TECHNISCHE BIJSTURING GEGEVEN WORDEN DOOR OUDERS